“God bouwt Zijn gemeente op de puinhopen van de kerk” – gastbijdrage ds Menno Zandbergen

Via Twitter meldde ds Robbert Jan Perk (predikant te Nijverdal) dat hij tijdens een regioweekend onlangs een interessant betoog van ds Menno Zandbergen uit Waddinxveen had gehoord dat mooi aansloot bij mijn vorige blogpost over de vraag: ‘Wat blijft er over van de kerk?’

Ik mag de tekst van deze toespraak van ds. Menno Zandbergen als gastbijdrage op dit blog aan jullie doorgeven. Daarbij moet ik melden dat mijn vorige posting over de schilderijen van Van Gogh al een aanzetje was om verder over dit onderwerp te denken en te schrijven. Afgelopen zondag mocht ik namelijk in de Cama Parousia gemeente te Woerden, waar Jan Wolsheimer (ook wel bekend als Eeuwigheid) voorganger is, spreken over Nehemia. Titel van mijn preek: ‘Samen bouwen aan Gods gemeente’. Wellicht komt die preek binnenkort als podcast online – anders kan ik de uitgeschreven tekst hier ook nog wel plaatsen. Maar eerst dus – met dank! – de gastbijdrage van ds. Menno Zandbergen. De tekst is ongewijzigd overgenomen, alleen de tussenkopjes zijn door mij toegevoegd. Ik ben benieuwd naar jullie reacties!

GOD BOUWT ZIJN GEMEENTE OP DE PUINHOPEN VAN DE KERK

Al decennialang wordt met zorg gesproken over de terugloop van de kerk. Ongeveer 15 jaar geleden ontstond het Evangelisch Werkverband. Een handvol predikanten deelden op een conferentie met elkaar de zorg voor de kerk. Er was een vurig verlangen naar geestelijk herstel van de kerk. Vurig verlangen dat de leegloop van 60.000 leden van de kerk per jaar zou stoppen. Vurig verlangen dat het evangelische vuur de harten in de kerk opnieuw in vuur en vlam zou zetten. Vurig verlangen naar geestelijke vernieuwing.

Wanneer ik door Nederland rijd zie ik steeds meer ex-kerkgebouwen. Naar theater omgebouwde kerken, naar kunstatelier omgebouwde kerken, naar moskee, magazijn of restaurant omgebouwde kerken. Of soms zomaar een vervallen, half dichtgetimmerd kerkgebouw. Steeds vaker preek ik voor lege kerkbanken en vragen mensen na afloop van de dienst: “Dominee, hoelang kunnen we het nog volhouden?” “Is God de kerk van Nederland aan het afbreken”, vraag ik me af.

Bij geestelijke vernieuwing denk ik meestal in herstel. Kerkbanken die zich weer vullen. Jonge gezinnen die aanschuiven bij hun ouders en grootouders. Ik ben zo vertrouwd met kerkgebouwen, dat ik me haast niet kan voorstellen dat God toelaat dat alles zal worden afgebroken, verkocht en verkwanseld.

Efeze

Dit voorjaar was ik met mijn gezin in Efeze. Ooit een bloeiende stad. Ooit het centrum van de godin Artemis. De tempel van deze godin behoorde bij de 7 wereldwonderen. Nu rest er slechts een paar verdwaalde stenen en een enkele pilaar die ter wille van de toeristen is opgericht. Wanneer God toelaat dat zulke tempels zijn afgebroken, dan kan ik daar heel goed mee leven.

De tempel van God in Jeruzalem. Ook daar is weinig meer van over. Nog zijn de sporen van de verwoesting in 70 AD zichtbaar. Het eens prachtige gebouw, waarvan de discipelen onder de indruk waren (Matt 24:1). Dit was toch de plek waar God in heerlijkheid is verschenen (2Kron 7:1). Geen steen is op de andere gebleven. Totale afbraak. Nu kunnen we de pijn verzachten met de gedachte dat het tempelgebouw en de offercultus geen waarde meer heeft sinds het offer van Christus (Hebr. 9). Maar de afbraak in 70 AD was niet de eerste keer dat de tempel werd afgebroken. Het begon al met de tabernakel. De tabernakel stond eerst in Silo. Maar de ark werd geroofd door de Filistijnen. De plek raakte ten tijde van Eli, Hofni en Pinehas in verval. Salomo mocht van God een tempel bouwen in Jeruzalem. Maar in de tijd van Ezechiël verdwijnt de heerlijkheid van God uit de tempel (Ez 11:23). Jeruzalem wordt verwoest en alles wat heilig is wordt met voeten getreden (Klaagl 1). Totale afbraak.

In Efeze was ooit een bloeiende kerk. Kosten nog moeiten zijn gespaard om de St. Johannesbasiliek te bouwen. Wat een enorm gebouw. Nu echter niet meer dan een ruïne. Toen mijn dochter door de restanten van het doopvont liep, drong het tot me door: Hier worden nooit meer mensen gedoopt. Hier wordt nooit meer gevierd dat mensen eigendom van Jezus Christus zijn. Hier blijft het gebed beperkt tot het gebed van een paar toeristen. Hier is de kandelaar weggenomen (Openb. 2:5).

Gemeenteopbouw

Er is een tijd geweest dat we meenden met gemeenteopbouw het tij te kunnen keren. Sinds de 80-er jaren is er een stroom van gemeenteopbouwboeken verschenen. In mijn opleiding lazen we “Een vitale en aantrekkelijke gemeente” van Jan Hendriks. Het Evangelisch Werkverband promootte de natuurlijke gemeente ontwikkeling van Christian Schwarz. Velen vonden inspiratie bij Willow Creek en Saddleback (doelgerichte gemeente). De stroom van boeken lijkt te zijn opgehouden. De kerk loopt nog steeds leeg. En ook het evangelisch activisme heeft oog gekregen voor de achterdeur met het boek “Ooit evangelisch”. We wisten wel dat de kerk niet maakbaar is, maar kennelijk kunnen we het niet nalaten toch te proberen.

Vragen

De vraag waar ik momenteel mee leef is deze: “Is de afbraak van de kerk van Nederland het werk van Gods Geest?” Is het Gods bedoeling dat de kerk zoals we die nu kennen verdwijnt? Wil God dat onze godshuizen verworden tot puinhopen? En een tweede vraag: “Is er een kerk mogelijk na de afbraak?”

Voor de tweede vraag ga ik in de leer bij Israël. Zij hebben de afbraak meegemaakt. Klaagliederen is een prachtig document waarin de wanhoop van de afbraak, het zwijgen van God, maar ook de hoop op God zichtbaar wordt. Klaagliederen 3:22-23 vormt de voeding voor lied 425 uit Opwekking. “Zijn gunstbewijzen houden nooit op. Zij zijn nieuw elke morgen. Groot is uw trouw, o Heer, mijn God”.

Vol vuur

De verhalen van Eli, Hofni, Pinehas en Samuël zijn tekenend voor de tijd van de afbraak. Het woord van de Heer was schaars geworden in die tijd. De tabernakel stond nog overeind. De tempelcultus werd nog gaande gehouden, maar vraag niet hoe.

Eli is voor mij de man van de 1e generatie. Wat bedoel ik met 1e generatie? Dat zijn de mensen die nog weten van Gods wonderen. Het zijn de mensen die de zegen en de glorietijd van de tempel of kerk hebben meegemaakt. Het zijn de mensen die vol vuur vertellen hoe het vroeger allemaal ging. Het zijn de mensen van het eerste uur. De mensen die nog weten hoeveel mensen belijdenis deden. Elk jaar weer. De mensen die vol enthousiasme vertellen hoe levendig hun koffiebartijd of jeugdvereniging was.

De 1e generatie van Efeze had de tijd van Paulus nog meegemaakt. Zij wisten nog hoe Eutychus weer tot leven kwam na zijn val uit het raam. Zij hadden de rellen van Demetrius de zilversmid nog meegemaakt. Zij wisten nog dat de zweetdoeken van Paulus genezing betekenden voor hun vrienden en familie.

Valkuil

De 1e generatie verlangt naar die eerste tijd. De 1e generatie verlangt naar herstel van het geestelijk leven. Dat de kerkbanken weer vol zitten, het orgel zingt en het goed was. Geestelijke vernieuwing is voor de 1e generatie herstel naar het oorspronkelijk bestek (2Kron 24:13).

De 2e generatie is de generatie van Hofni en Pinehas. De mensen die voortborduren op de praktijk van de voorouders. Zij hielden de tempelcultus gaande. De offers werden gebracht. De muziek klonk. De liturgie was verzorgd tot in de puntjes. De valkuil van de 2e generatie is dat de uiterlijke liturgie geen drager meer is van het geestelijke leven. Offers werden voor Hofni en Pinehas mogelijkheden voor lekker eten. Wat voor God bestemd was, namen ze voor zichzelf. Het kunstje van de tempelliturgie werd nog opgevoerd, maar hun hart was niet op God gericht.

Eerste liefde

In Efeze had de 2e generatie te maken met een andere valkuil. Paulus had bij zijn afscheid al gewaarschuwd dat er wolven zouden komen. In Openb 2 lezen we hoe serieus de 2e generatie de waarheid en de rechte leer namen. Ze stelden valse apostelen op de proef en leugenaars ontmaskerden ze. Maar in hun standvastigheid en hang naar waarheid verloren ze de eerste liefde (Openb 2:4).

De 2e generatie loopt het risico van het vurig fundamentalisme dat anderen liefdeloos veroordeelt. Hoewel liefde niet betekent dat je alles maar moet goedvinden (Openb 2:6). De 2e generatie verlangt naar zuiverheid en waarheid. Geestelijke vernieuwing is voor de 2e generatie het weren van alles wat in strijd is met de waarheid. Preken moeten weer Bijbels zijn. Liturgie moet weer doorleefd en echt zijn. Dwaalleraars moeten ontmaskerd en geweerd worden. Dan zal de kerk vanzelf weer opleven. En de eerste liefde…?

Samuël is voor mij de man van de 3e generatie. Opgegroeid tussen de restanten van de vorige generaties. De man ook die ziet aankomen dat er niets meer overblijft. Hij staat aan het einde van een tijdperk. Het tijdperk van de richters. Hij is degene die de boodschap van afbraak moet vertellen aan Eli en zijn zonen (1Sam 3:11-14). Hij maakt mee hoe de ark wordt buitgemaakt. De afbraak en het verval van Silo gebeurt voor zijn ogen (vgl. Ps 78:60, Jer 7:12).

De weg van het kruis

Momenteel maken we de afbraak van de kerk van Nederland mee. Ik worstel met de vraag of het Gods bedoeling is. Zijn we kinderen van de 3e generatie? Is dit de tijd van verval? Als ik op zoek ga naar een antwoord, dan komt een centraal bijbels thema in mijn gedachten. De weg van God is de weg van het sterven. Bekering is sterven aan jezelf en opstaan tot nieuw leven. De weg van God is de weg van het kruis. Pasen en Goede Vrijdag horen bij elkaar. Geldt dit ook voor de kerk? Is het tijd dat God de kerk laat sterven, zodat er een nieuwe kerk kan opstaan?

De tabernakel van Silo werd afgebroken, maar een nieuwe tempel werd gebouwd in Jeruzalem. Ook deze tempel werd verwoest en afgebroken, maar op dezelfde plek verrees een nieuwe tempel. Minder fraai misschien. Maar God verscheen opnieuw in Jeruzalem.

God verscheen aan Samuël. Hij moest leren Zijn stem te verstaan (1Sam 3). Is dat de roeping voor de kerk van vandaag? Moeten we stoppen met verlangen naar herstel. Stoppen met hopen dat de kerken weer vol(ler) worden? Is het tijd om te sterven aan onze gebouwen en onze liturgieën, vormen en gewoonten? Is het tijd om te sterven aan onze liefdeloze discussies? Is het tijd om opnieuw te leren luisteren?

Samuël wordt de eerste profeet in Israël. Hij leerde luisteren. En zo kon hij leiding geven aan het volk. Hij ging nieuwe wegen – haast tegen wil en dank. Hij zalfde de eerste koning.

Opnieuw leren luisteren

Is dat de weg van de 3e generatie? Opnieuw leren luisteren naar Gods leiding. En nieuwe wegen gaan. Misschien zonder grote kathedralen, maar in achteraf zaaltjes en huiskamers. Misschien moeten we de kerk helemaal opnieuw uitvinden. Misschien moeten we opnieuw leren zoutend zout worden. Maar het begint met luisteren naar God. En wie weet ontdekken we ineens de waarde van Klaagliederen “Zijn gunstbewijzen houden nooit, zij zijn nieuw elke morgen. Groot is uw trouw, o Heer.”

Bij welke generatie zou jij willen horen?

ds. Menno Zandbergen, 14 november 2009

6 gedachten over ““God bouwt Zijn gemeente op de puinhopen van de kerk” – gastbijdrage ds Menno Zandbergen

  1. Quote: Is het tijd om te sterven aan onze gebouwen en onze liturgieën, vormen en gewoonten? Is het tijd om te sterven aan onze liefdeloze discussies? Is het tijd om opnieuw te leren luisteren?

    Amen!

    1. Dat zul je toch moeten toelichten, want nu blijft je kritiek in de lucht hangen. Ik begrijp je comment niet, want ik vind het juist een eerlijk verhaal van een dominee die nadenkt over de geestelijke staat van de kerk. Waarom is dat niet geloofwaardig?

      1. Je hebt helemaal gelijk Paul. Mijn reactie hangt in de lucht. Ik vind het ook een eerlijk verhaal, maar het ‘materialiseert’ voor mij niet. Dat van die generaties ga ik nog eens op broeden, maar ik denk dat e.e.a. primair met welvaartsgroei te maken heeft. Die paradox is wel interessant. Christenen worden door de generaties heen rijker (emancipatie van de pinksterbeweging…), maar daardoor op termijn afvalliger. Ik kom erop terug. Niet op korte termijn. Misschien op mijn eigen blog. Ooit… Het schrijven gaat de laatste tijd stroef. Veel kopzorgen, zeg maar.

  2. Een scherpe analyse van een broeder en voormalige mede-gemeentelid. En een vraagstelling aan het einde die tot diep nadenken stemt: toewijding aan de Heer kan wel eens de weg zijn die óók deze gevolgen met zich meebrengt.

  3. “Dwaalleraars moeten ontmaskerd en geweerd worden.” Noem er eens één bij naam dan? Zo moeilijk kan dat toch niet zijn?
    “Misschien moeten we de kerk helemaal opnieuw uitvinden.” Tjonge, dat wordt een klus. Vijfjaren plan van de PKN? Dat is me een ‘cliff hanger’!
    “De valkuil van de 2e generatie is dat de uiterlijke liturgie geen drager meer is van het geestelijke leven.” Dat is een fiks waarde oordeel. Voorbeelden van die liturgie a.u.b? En, van de voorgangers hun geestelijk leven niet?
    “Is de afbraak van de kerk van Nederland het werk van Gods Geest?” Tja, een koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, houdt geen stand. Wie zei dat ook alweer?

    Hoe staat het met de nieuwe HBO-opleidingen? Discussie over universitaire benoemingen? Landelijke cursussen en gebedsgroepen. Zending versus ledentellingen uitgaven. Individualisve en geloven op zondag alleen? Er zijn zat interessante onderwerpen te benoemen war iets zinvols over te zeggen valt, maar hier gaat het hoofdzakelijk over een OT voorbeeld van ene Hofni en Pinehas toegepast op onze tijd. Daar moet je lef voor hebben. Surprise..: Samuël wordt het grote ideaal. Maar, de tijd van roepende in de woestijn hebben we echt wel gehad. Zou Ouweneel dan toch de NL-Samuel zijn? Kom op zeg, niemand die het daar over eens is. Kortom, wij leven in de tijd van de Heilige Geest die de gemeente bouwt. Niets afbraak van God zelf. Wat een onzin.
    Zo, langs deze lijnen gaat mijn reactie van luchtfietserij naar down to earth maken.

    Beste Paul, ik zeg het er maar bij. Ik kom van een hele andere blogcultuur dan de meeste anderen hier. Mocht je je storen aan mijn reactie, bedenk dan dat ik de schrijver niet ken. Hij zal vast een lieve broeder zijn. Tijd voor een ontmoeting maar weer? 🙂 En wel plaatsen hè. Mijn verantwoording!

Zeg iets terug op Vrijspraak