Wat je hoort en ziet zegt ook veel over jezelf

Gisteren mailde en belde ik met Monique Samuel, columniste van het Nederlands Dagblad. Aanleiding was de column die Monique heeft laten plaatsen waarin zij haar indrukken weergeeft van een bijeenkomst die de creatieve duizendpoot Otto de Bruijne onlangs organiseerde in de Eemlandhoeve. Het ging om een particulier initiatief, een besloten bijeenkomst, met als doel: vrijuit samen nadenken over de toekomst van de kerk in Nederland.

Als enthousiast blogger en tweep (twitteraar) had ik graag mijn indrukken van die dag met de buitenwereld gedeeld, maar ik heb me ingehouden en niets naar buiten gebracht waar Otto geen weet van had. Alleen mijn 40-dagenproject Heel het Lichaam is te beschouwen als een creatief vervolg op hetgeen ik tijdens die bijeenkomst heb gehoord en ervaren. Dezelfde kunstuiting die mij aan het denken, schrijven en fotograferen zette, kwam bij Monique kennelijk op een pijnlijke en shockerende wijze binnen. Ik zei haar vanmorgen dat dit alles met perceptie te maken heeft en dat het goed is om na te denken over de bedoeling van de kunstenaar die met een cirkelzaag een houten kruis met een daarop afgebeeld Christusfiguur in stukken deelde. Voor mij was dit een prachtige preek zonder woorden – een beeld dat mij nog bijblijft als ik alle uitgesproken woorden van die dag weer vergeten ben…

Verontrustend en verwarrend

Tijdens genoemde bijeenkomst heb ik in de lunchpauze met Monique gesproken en ik hoorde later hoe ze tijdens het vragenrondje uitgebreid reageerde. Om allerlei redenen was zij in dit gezelschap van overwegend brave heren en dames een opvallende en jeugdige verschijning, maar ik kan niet zeggen dat ze zich daardoor liet weerhouden (gelukkig maar). Mijn verbazing over haar column is dan ook oprecht. Ik snap niet hoe ze tot deze weergave is gekomen en waarom ze het nodig vond om dit op deze wijze naar buiten te brengen. In zoverre: ik begrijp wel dat de bijeenkomst verontrustend en verwarrend voor haar was, maar ik geloof dat haar weergave en persoonlijke indrukken voor misverstanden kunnen zorgen. Ik geef graag mijn indrukken om het beeld wat bij te stellen.

Wat is er aan de hand? Ik denk eerlijk gezegd niet zo veel. Tijdens een creatieve brainstormsessie moet je vrijuit associëren en het helpt als je daarbij weet dat je gedachten de dag daarna niet in de krant staan. Monique heeft geen namen genoemd, maar het wereldje van christelijke leidinggevende figuren in ons land is nou ook weer niet zo heel erg groot en ik had er op dit blog geen geheim van gemaakt dat ik ook bij de bijeenkomst aanwezig was (overigens op persoonlijke titel).  Ik heb Monique gezegd dat ik nu behoefte heb aan een weerwoord, want het lijkt wel of we bij twee verschillende bijeenkomsten aanwezig zijn geweest. Monique is uitgenodigd om hier te reageren en wellicht zal ze ook nog wel in haar column op dit onderwerp terugkomen. Dat hoop ik, tenminste.

Crème de la crème

Als je op de afbeelding hiernaast klikt, kun je de column lezen. Ik maak hier graag wat kritische kanttekeningen en hoop dat ik Monique op een aantal punten tot een wat genuanceerder oordeel kan brengen.

Monique keek uit naar het symposium, maar kwam ontgoocheld naar buiten. Ik keek evenzeer uit naar deze bijeenkomst en ging geïnspireerd naar huis. De ‘crème de la crème van christelijk Nederland’ (te veel eer, maar toch bedankt) was bijeen om – zo lezen wij – aan christelijke zelfverloochening te doen. Een loffelijk streven, lijkt mij, want dat kan ons nederig houden. Diverse mensen voerden het woord, sprekers die op brede steun in de evangelische wereld mogen rekenen, maar een van de genodigden kwam met een opvallend afwijkend verhaal. Zij hield de aanwezigen – op uitnodiging van Otto – een spiegel voor. De postmoderne samenleving vraagt om een aanpassing van gelovigen wanneer zij het gesprek met andersdenkenden aan willen gaan. Een boodschap kan niet verkondigd worden zonder rekening te houden met perceptie (de reactie van Monique is daarvan een duidelijk voorbeeld).

Oefenen in bescheidenheid

Vandaag de dag zijn mensen ‘religieuze shoppers’ en zij scharrelen op het geestelijk erf hun eigen kostje bij elkaar. Of we dat nu leuk vinden of niet, dit is de werkelijkheid waarin wij leven – zo hield de deskundige dame ons voor. Daarbij hoef je als gelovige niet je eigen overtuigingen of identiteit prijs te geven, maar we moeten ons afvragen hoe we omgaan met diversiteit (in het bijzonder met andere religies en levensovertuigingen). Als laatste zin noteerde ik van deze voordracht: “Ook de kerken moeten oefenen in bescheidenheid”. Zelfverloochening en bescheidenheid – ik heb er geen bezwaar tegen.

Missionaire strategie

Moet het jeugdig elan en het geloofsenthousiasme van Monique en haar generatiegenoten getemd worden? Dat denk ik niet. Wat mij betreft is hier met dat woordje ‘temmen’ een grapje gemaakt om te onderstrepen dat we het evangelie niet kunnen verkondigen zonder ons rekenschap te geven van de context waarbinnen wij die boodschap brengen. Is dat water bij de wijn? Nee, dat is missionaire strategie zoals we die ook zien bij de eerste volgelingen van Jezus. Denk aan Paulus die het gesprek aan ging met de Grieken op de Areopagus en daar een slimme aansluiting vond bij hun beeld van de ‘onbekende god’ (Handelingen 17:16-33). Paulus durfde de dialoog met andersdenkenden aan omdat hij wist hoe zijn toehoorders dachten en omdat hij ervan overtuigd was dat hij door de verkondiging van de verlossende boodschap van Jezus Christus iets te bieden had dat van eeuwigheidswaarde was.

Neef uit Canada

Ook ik heb met instemming (en inderdaad: stilzwijgend) geluisterd naar de Syrisch-orthodoxe twintiger die als slotspreker het woord kreeg. Ik hoorde na de opmerking van Otto ook gelach, maar dat klonk in mijn oren niet als hoongelach – eerder een lach van verlegenheid met de situatie. Otto kwam nogal scherp uit de hoek door deze jonge spreker erop te wijzen dat hij op hem overkwam als een neef die in de jaren vijftig naar Canada geëmigreerd was en nu naar Nederland terugkeerde. Die opmerking was naar mijn mening helemaal niet bedoeld om deze man te schofferen of te kleineren, maar om hem uit de tent te lokken. Hij had geen woord verkeerd gezegd – ik geloof ook niet dat zijn woorden enige inhoudelijke weerstand opriepen. De spreker bracht een boodschap die in dit gezelschap bekend verondersteld mag worden. De vraag die daarop volgde was: hoe gaan jullie (lees: de migrantenkerken) ons helpen om deze bijbelse boodschap in ons land bekend te maken? Een beetje bedremmeld, maar zeker niet uit het veld geslagen (ik zie nog helder voor me hoe Otto zijn hand op de hand van de spreker legde – er is ook zoiets als nonverbale communicatie!) gaf de spreker antwoord: “Wij zijn druk bezig om ons te organiseren, maar daarna gaan we zeker het evangelie brengen”.

Inburgeren

Ook christenmigrantgen moeten inburgeren. Ze horen weliswaar bij een ander Koninkrijk – net als hun autochtone broers en zussen – maar ze zijn te vergelijken met zendelingen die zich bewust moeten zijn van de taal, cultuur en gewoonten van het missieland. Ze worden geconfronteerd met een cultuurschok. In dit geval spreken we over Nederland als zendingsland, en dat moet je goed nadenken over de opvattingen die hier heersen en over de missionaire strategie die je moet kiezen om een effectief getuige van Jezus Christus te kunnen zijn.

Heel het Lichaam

Monique liet het blok hout liggen. Ik geloof stellig dat de kunstenaar met cirkelzaag niets anders wilde meedelen dan een boodschap van verzoening, heelheid en eenheid. Dat deed hij op een indringende, confronterende manier – zonder er een woord bij te zeggen. Een ieder kon een stuk van het afgezaagde hout meenemen, als pijnlijke herinnering aan het verdeelde lichaam van Christus. Ik nam mijn stuk hout wel mee en gebruikte het voor mijn 40-dagenproject (zie mijn gedicht Heel het Lichaam). Ik hoop dat mijn toelichting ook op Monique dit effect zal hebben: laten we bruggen slaan tussen generaties en culturen en niet happen naar de hand die ons door anderen wordt toegestoken.

Foto: Boekencentrum. Column: Monique Samuel / Nederlands Dagblad

36 gedachten over “Wat je hoort en ziet zegt ook veel over jezelf

  1. Beste Paul en anderen,

    Normaal ga ik liever niet op digitale discussies in. Maar na het telefoongesprek van gisteren heb ik besloten voor Paul een eenmalige uitzondering te maken, omdat ik het gevoel heb dat mijn column uitleg verdient.

    Allereerst graag het volgende (zoals ik Paul ook al eerder gemaild heb):
    Ik heb met meerdere mensen die bij het symposium aanwezig waren over deze column gesproken. Zij steunden de boodschap.
    Een column is altijd een uitvergroting van de werkelijkheid. Ik beschrijf slechts het onprettige gevoel dat mij (en ook de anderen bijbleef).
    Ik veroordeel niemand, geen enkel persoon, geen enkel mens. Maar ik veroordeel wel de boodschap dat we via meerdere wegen tot God kunnen komen of dat we, als we willen evangeliseren, Jezus niet zo op een voetstuk moeten zetten.

    Vervolgens:
    Ik was niet de enige die het symposium als enigszins verwarrend en schokkend ervaren had. Dit had (mijns inziens) verschillende oorzaken. Allereerst ging de bijeenkomst veel minder over de toekomst van de kerk, als wel over hoe we het evangelie in de toekomst gestalte moeten geven. De introductiepraatjes brachten de dag op een dwaalspoor, want in plaats van inhoudelijk in te gaan op de hoofdvraag: ‘waarom zouden mensen in 2030-2050 nog naar de kerk gaan?’ Gaven ze een somber en soms haast deprimerend beeld van een kerk die in verval is. Een kerk ook, die het niet volhoudt door orthodox of traditioneel te zijn en die dus vooral maar open moet staan voor veelsoortige spirituele ervaringen. Niet iedereen beaamde deze boodschap, of deze doemprofetie zoals ik hem zou willen noemen, maar enige (zorgelijke) instemming viel wel te bespeuren.

    Waar was het optimisme? Waar het geloof in een God die de kerk echt vasthoudt? Het sociologische beeld stemt somber, als een Titantic die op volle kracht op de ijsschots afstevent, maar zolang God bestaat zijn zulke doembeelden niet nodig. Natuurlijk, de kerk loopt leeg en natuurlijk daar moeten we wat aan doen. En juist op die laatste vraag hadden we geweldige gesprekken en discussies kunnen voeren, maar nee, het beeld bleef toch hangen bij het haast onafwendbare lot van een terneergeslagen kerk.

    Ik geloof dat vele van de aanwezigen de kerk en het evangelie een warm hart toedragen, maar dat ging niet bepaald gepaard met hoop en optimisme. Ook vond ik opvallen dat tijdens de slotdiscussie juist zij die voor het éné Evangelie staan stilzwijgend toekeken hoe een aantal participanten met een (naar mijn mening) erg brede kijk op het hoe en wat van de verkondiging, de discussie kaapten.

    Het symposium bestond zeker niet uit een zweverig groepje ongelovigen. Maar ik miste hoop, geloof en optimisme. En ik was daarin niet de enige overigens… Maar misschien wel de enige die me daar sterk voor wilde maken.
    Met mijn column heb ik mijn zorgen over dit fenomeen willen uitspreken. En ja, dat gebeurt door middel van uitvergroting en emotie, dat is immers deel van het medium.
    Juist van kerkelijk- en religieuze leiders verwacht ik een voortrekkersrol. Verlang ik actie en duidelijke plannen. Als zij het niet doen, wie dan wel? Daar wilde ik een discussie over los maken en het lijkt erop dat ik in die opzet geslaagd ben… want de reacties stromen binnen. Overigens, de meeste reacties zijn positief en vol herkenning… want er waait een veel te sombere wind door christelijk Nederland.

    Dan nog dit: ik weet dat het symposium onder embargo was. Echter juist omdat de bijeenkomst zoveel vragen opriep, en zoveel wezenlijke problemen aan het licht bracht heb ik besloten er toch een column aan te weiden. Niet om een trap na te geven of om mensen te beschuldigen, maar omwille van de kerk waar ik zo’n mooie toekomst voor zie. Wakker schudden kan op vele manieren, door het verzagen van een Kruis of door middel van andere provocatie. Ik kies voor de vorm die mij het beste ligt; het geschreven woord. Opdat mooie en vreugdevolle gesprekken mogen volgen!

  2. Dag Paul,
    Europa is een oude man en christenen zijn vooral “sadder and wiser” geworden. Ik vond dat element op die conferentie wel oververtegenwoordigd. Van die houding verwacht ik het niet voor de toekomst en daarom was ik erg blij met de bijdrage van jonge christenen, waaronder Monique.
    De “angry young men” van de jaren zeventig hebben, terugkijkend, de standvastigheid te veel gezocht in een soort alternatieve wetenschap en dat is een rietstaf die de hand doorboort. Bemoedigend vind ik het als mensen, zowel jong als oud, unverfrohren Christus en zijn offer centraal stellen. De verlegenheid voorbij. Van die houding zag ik – dit keer! – bij de initiator minder dan ik verlangde. Daarom herken ik de reactie in het ND.
    Willem

    1. Bedankt voor je reactie. Het programma zat – zoals van Otto te verwachten – veel te vol. Hierdoor was er vrijwel geen tijd voor kritische reflectie en interactie. Daar staat tegenover dat de aanwezigen op tal van plaatsen geestelijk kunnen bijtanken, hier ging het toch vooral om een oriëntatie op de toekomststrategie – ik zou bijna zeggen: de marketing van het evangelie die niet alleen aanbodgericht is, maar ook rekening houdt met de vraag. Voor ‘in your face’ proclamatie is zeker een plaats en jongeren hebben die radicale houding van nature. Maar als ik terugdenk aan mijn YfC-koffiebarjaren dan stond ik daar wel met twee benen stevig in onze eigen subcultuur. We hebben een boodschap voor de wereld, maar bij zending hoort ook terreinverkenning en een SWOT-analyse zoals de verspieders in het beloofde land gemaakt hebben. En dan bedoel ik vooral die 2 verspieders die oog hadden voor de sterke kanten en kansen: Jozua en Kaleb.
      Had jij ook zo’n moeite met het in stukken zagen van het kruisbeeld? Of was je toen al weg?

      1. Gezaagd kruisbeeld: daar had ik héél veel moeite mee. Heen en weer geslingerd tussen: “ik had in moeten grijpen” en “ja, maar zo erg is het”. In ieder geval ongeschikt om daarna koffie te drinken.

  3. Voor mij had deze bijeenkomst van Otto de Bruijne niet onder embargo hoeven zijn. Zelfs beter van niet omdat elk onderwerp, en zeker de toekomst van de kerk, open besproken zou moeten worden. Het is een zaak die ons allemaal aan gaat.

    @Monique: Ik vind dat als je het embargo bewust doorbreekt en de knuppel in het hoenderhok gooit met een prikkelende column, dat je dan ook de bereidheid moet hebben om hier open (en niet ‘bij wijze van uitzondering’) het gesprek over aan te gaan. Je bent een opinieleider of je bent het niet.

    In mijn beleving van deze dag sta ik tussen jou en Paul in. Mijn ongemak zat meer in het format en het gebrek aan doelgerichte gespreksleiderschap (‘waarom zijn we hier en waar willen we aan het eind van de dag zijn?’). Eén lezing, namelijk die van Evert-Jan, was meer dan voldoende geweest. Hij pakte beide kanten van het spectrum – de uniciteit van het christelijk geloof en het feit dat de samenleving religieus steeds pluriformer wordt – beet, en gaf een duidelijk kader voor gesprek. Interactie in een groep met 40 mensen werkt niet, tenzij je heel strak regisseert. Veel aanwezigen (ook jij) bereden hun stokpaardjes en luisterden in mijn waarneming niet echt naar elkaar. Wat mij betreft, ondanks de goede intenties, een gemiste kans.

    Je scherpte, jeugdige felheid en inhoudelijke kritiek begrijp ik en kan ik waarderen, maar ik ben ook blij dat Paul wat nuance aanbrengt. Ik vraag me af waarom je in je column meent alle aanwezigen, toch mensen die (bekend of niet) al een deel van hun geloofsreis achter de rug hebben en de kerk in Nederland langer hebben gediend dan dat jij in Nederland woont, wegzet als cynici die het evangelie verloochenen. Natuurlijk, een column moet scherp zijn, maar ik ervaar het niet als bijzonder respectvol, noch constructief. Je vergeet misschien dat de toekomst van de kerk – jouw generatie en jonger – er ook is dankzij voorgaande generaties.

    Het alternatieve avondmaal maakte ik zelf ook niet mee, ik vond het vooral jammer dat dat mooie kruisbeeld in stukken werd gezaagd. Toch was de bedoeling van de kunstenaar wel duidelijk. Maar zoals het gaat bij kunst: ieder heeft daar zijn eigen beleving bij.

    Ik ben benieuwd waar we over 30 jaar staan en hoop van harte dat jouw generatie de geschiedenisboekjes in zal gaan als de generatie die de kerk weer toekomst gaf.

  4. Terugkijkend op de dag was ik teleurgesteld en enigszins verdrietig. Waarschijnlijk ligt dit aan mij omdat ik altijd meer van dit soort dagen verwacht. Ik miste het creatieve denken om kerk echt anders en beter te gaan doen. Geen verandering vanwege de verandering, maar juist omdat de kerk dit zo nodig heeft. Dit miste ik zowel op de dag als in de columns van mensen. Zoals het er nu uitziet, wordt het geen boek wat ik ga kopen of waarvan ik denk dat het echt een waardevolle bijdrage voor de kerk gaat leveren.

    Ik had eigenlijk veel meer verwacht van deze dag. Misschien lag dit ook aan de mensen die er waren. Niemand durfde buiten de hokjes te denken en radicale stappen te ondernemen om een levendige kerk in de toekomst te zijn. Ik denk niet dat er echte apostolische en profetische mensen aanwezig waren en anders kwamen ze niet aan het woord. Het verhaal van die mevrouw was interessant, maar kwam naar mijn gevoel niet echt aan bij de deelnemers. Eigenlijk zonde van de tijd met elkaar! Het verhaal van Jan Evert was goed, maar miste de praktische doordenking in de groep. Hoe ziet de kerk eruit die het verhaal van Jan Evert serieus neemt?

    Ik ben niet positief over de toekomst van de huidige kerk. Misschien is dat cynisme. Ik denk het zelf niet. Ik denk dat het echt anders moet, willen we als kerk voor onze leden, maar ook voor de maatschappij een verschil kunnen maken. Tegelijkertijd ben ik het met Monique eens dat we niet aan het evangelie moeten gaan sleutelen. Het probleem ligt ook niet bij het evangelie of bij de kracht van God, maar meer in ons / mijn hart…

    Ik ben in bezit van de neus van Jezus. Het ligt in mijn kantoor. Ik vond het schokkend om te zien hoe dit beeld van Jezus in stukken werd gezaagd. Tegelijkertijd kwam het wel heel duidelijk binnen: dit is Mijn lichaam, gebroken (gezaagd) voor jou.

  5. Wat een merkwaardige discussie ontstaat er als gevolg van het “uitlekken” van zo’n bijeenkomst. Het getuigd niet van veel wijsheid om een persoonlijk verslag, gevat in een vlammende column in de krant af te drukken als dit verslag een verslag is van een besloten bijeenkomst. Nu wil ik als lezer natuurlijk precies weten wat er aan de hand is. Stelling nemen kan ik niet want ik was er niet bij.

    Een mening hebben is prima, maar ik heb als meelezer het gevoel dat hier grenzen zijn overschreden. Dat is per definitie verlies voor alle partijen. Vooral als onbegrip voor elkaars standpunten de grondslag vormen voor deze column.

    1. Je kunt er ook positief naar kijken – dat doet Otto overigens ook. Hij vond het prima dat ik een reactie op m’n blog plaatste. Ik ben niet uit op verwijdering, maar op toenadering. Voor Monique was er een grens overschreden en ze voelde zich gedrongen om hier – in een column, dus ‘met een randje’ – op te reageren.
      Ik had wel het gevoel dat ik moest reageren, want Monique geeft haar indrukken weer en die zijn sterk persoonlijk gekleurd. Aan de reacties kun je zien dat ze zowel kritiek als bijval krijgt. Prima. Ik had – net als Marc – liever gezien dat de discussie van het begin af aan open gegooid was, ik ben voorstander van transparantie. Tegelijkertijd kan ik me voorstellen dat het prettiger is om vrijuit van gedachten te wisselen zonder het gevoel te hebben dat pers (en dus: achterbannen) direct meekijken. Juist als je een beetje ‘buiten de vakjes wilt kleuren’.
      Monique zoekt de openbaarheid en stelt dat ze geen namen noemt en niemand wil veroordelen. Maar ja, als je een uitgesproken mening geeft dan wordt dat allicht toch als een veroordeling opgevat. We moeten er denk ik ook weer niet al te gewichtig over doen – het is een respectvolle discussie.
      Wat ook meespeelt: er zijn columns geschreven door de deelnemers en later zullen die in boekvorm verschijnen. Matthijs maakt daar hierboven ook melding van. Ik kan me wel voorstellen dat uitgeverij Kok dat liever nog wat ‘binnenskamers’ houdt, maar ja – we leven in een open samenleving.
      Ik hoop dat dit gesprek ons alleen maar dichter bij elkaar brengt en ik begrijp ook wel dat ieder mens weer anders reageert.

  6. dag allen,
    het in stukken zagen van het lichaam vond ik een schrijnend eerlijk beeld van hoe het er voor staat.
    en het bied geen oplossing nee. de toekomst is open.
    ik weet niet waar we heen gaan met de kerken in Nederland, want ‘de kerk van Nld’ bestaat niet,
    ik weet wel dat ik het stuk hout bewaar als herinnering aan het ongemak van die dag: geen antwoorden.
    en zulk ongemak is me lief op zijn tijd.

  7. Ik verbaasde me er ook al over dat profeet-apostel Matthijs zich zo stil hield. 😉 Maar ik begrijp wat je bedoelt – meer oorspronkelijke visionairs die strategisch vooruit kunnen denken. Jouw bijdragen aan het boekje vond ik wel erg leuk, alleen daarom zou je het boekje al moeten kopen; en nou niet zeggen dat het ook gratis op je blog staat!

    Ik beschik over twee stukjes been van Jezus. Een linker en een rechter. Nadat ik een paar splinters had opgelopen van dat ruwhouten kruis, heb ik het gladgeschuurd en in de gebedsruimte bijgezet. Voor het creatief bidden enzo (hint hint).

  8. Beste heren,

    Wat een reacties allemaal! Ik zie dat mijn column veel discussie losmaakt en dat is goed. Dat was eigenlijk ook precies de bedoeling.

    Ik begrijp dat niet iedereen even blij is met mijn column – al heb ik het gevoel dat het positieve geluid overheerst (in ieder geval in mijn mailbox).
    Dat ik niet al teveel op deze blog reageer heeft met twee zaken te maken:
    1. Ik heb het gevoel dat ik al meer dan het nodige gezegd heb en wacht liever even de reacties af zodat ik op een later moment uitgebreider kan terugkoppelen
    2. Ik geloof dat ik naast mijn column nu al de enige nuance heb aangebracht en heb op dit moment niet zoveel nieuws te melden
    (En heimelijk nog een 3e reden; een paperdeadline – bedenk wel, ik kies het moment van plaatsing in het ND niet(!)- en mijn paperdeadlines ook niet trouwens)

    Natuurlijk had ik een genuanceerder beeld kunnen geven, maar ik heb het omwille van de boodschap even niet gedaan. Ik weet dat onder de aanwezigen vele vrome gelovigen zijn waar ik heel veel van zou kunnen leren. Maar, beste heren, ik heb hen te weinig gehoord om in mijn beperkte columnruimte aandacht aan hen te geven. Ik noem de Syrisch-Orthodoxe spreker bewust, omdat hij een mooi en helder geluid gaf. Maar voor de rest kwam de inbreng toch veel uit dezelfde hoek.

    Ik heb met aanwezigen over mijn column overlegd, juist om te testen hoe mijn column uit zou pakken, maar zij steunden mijn radicale boodschap.
    Zoals sommige het verzagen van een Kruis een shockerende maar inspirerende kunstzinnige uiting vinden zo, zo is het schrijven van een column waarin ik het beeld net iets meer inkleur om een punt te maken, mijn manier om mensen te bereiken. De nuance volgt vanzelf – zoals ook maar weer blijkt op deze blog.

    Natuurlijk is de dag door iedereen anders ervaren. Bij sommige overheerste een gevoel van somberheid, zie bijv. de reactie van Marc of mij. Dit had denk ik alles te maken met het gebrek aan tastbare resultanten en de overdaad aan vertwijfelde reacties. Anderen zijn de dag misschien iets meer blanco ingestapt waardoor het alle kanten op kon en elke bijdrage welkom was. En dat is prima, maar ondertussen kunnen we ons wel afvragen of onze kerk(en) daar mee is gediend. Er is een urgent probleem, dat urgente oplossingen nodig heeft. Bij mij overheerste dan ook dit vers: ‘Ik richt mijn hoop op naar de bergen, waar komt mijn hulp vandaan?’
    Gelukkig, mijn Hulp is in U Heer. Dat scheelt. Maar we zullen zelf toch ook echt de armen uit de mouwen moeten steken, want de kerk is nog steeds voor een groot deel mensenwerk.

    Overigens wordt er door sommigen nu wel erg zwaar aan het embargo getild. Ik heb geen naam genoemd, geen locatie, geen tijd, geen datum. Christelijk Nederland is groot en er zijn vele dominees, voorgangers, christelijke organisaties en uitgevers. Echter, het lijkt erop alsof het doorbreken van dat embargo hoog nodig is, gezien de hoeveelheid reacties. Zo blijkt maar weer: transpiratie valt te prefereren volgens beslotenheid.

    Laat iedereen die het niet met mijn boodschap eens is zicht vooral uitspreken. Ik word er alleen maar blij van als mensen geschokt zin door een beeld van Weesgegroetjes en Shiva – want dat werd op de dag wel gesuggereerd en ik hoor graag een andere oplossing voor de toekomst van de Kerk.

    Het goede!
    Monique

  9. De dag zelf was voor mij geen teleurstelling, het lezen van de columns de dag ervoor wel een beetje: Een bitter zoete teleurstelling.

    Het zoete zit erin dat de christelijke subcultuur hardop begint te zeggen (ook breder dan de poeterende pioniers) dat er iets mis gaat. Da’s fijn, daardoor ontstaat de mogelijkheid van verandering: het “ervaren probleem” dat dit deze en gene rauw op de maag valt moge duidelijk zijn.

    Het bitter zit erin dat sommige columns opriepen tot toch meer van het zelfde “ik kan me niet indenken dat Jezus zijn kerk laat instorten” zo schreef iemand. Meerderen halen energie uit de problemen om nog harder te werken. Dit zou wel eens de eerste fase van rouwverwerking kunnen zijn. Een aantal anderen zat al in de futloze “het is helemaal mis” fase van rouw verwerking. Weinig mensen bleken echt vooruit te kijken, kennelijk moet dat nog komen: Zij die geloven haasten zich niet is een lastig spreekwoord.

    Bijzonder vond ik het feit dat stevige evangelische broeders zaten te luisteren naar een dominicaanse en syrisch orthodoxe spreker om dezelfde tafel als emergers en ander gespuis.

    Een beetje belerend was een vriendelijke bobo die me verwelkomde met de woorden “O ja, jou naam heb ik vaker gehoord”. 😉

    Over dat vermaledijde kruis kom ik later terug op mijn blog.

    PS
    Het “temmen van Moniqie” lijkt me een heel fout idee, ik zou het tof vinden als ze toch haar stem liet horen in de blogosphere en de bewuste spreker van deze woorden er naar haar toe op terug zou komen.

  10. Ik was er niet bij, maar vraag me na dit alles wel een beetje af hoe onze Syrisch-orthodoxe broeder terugkijkt op zijn bijdrage en de reacties erop.

  11. Waar was het ook alweer, dat recentelijk ook al zo stevig werd gediscussieerd over de toekomst van de Kerk in Nederland. Bij de presentatie van ‘Hete Hangijzers’ meen ik, met Andries Knevel.
    Daar was ook de nodige kritiek op. Iedereen wil tegenwoordig voor futuroloog spelen, zo lijkt. Laten we ons concentreren op de kerk van vandaag. Genoeg moois om te vieren en genoeg ellende om te repareren. Een bekend spreekwoord zegt, dat als je op de centen let, de guldens voor zichzelf zullen zorgen (in het Engels dan (?).

    Waren er uitgevers bij die bijeenkomst? Interessant.
    Ik pleit voor een heruitgave van het boek van John Stott: Zending in de moderne wereld. Onlangs is er een jubileumuitgave verschenen in het Engels. Waarom kan dat ook niet in het Nederlands? Kan er eindelijk een einde komen aan de Babylonische spraakverwarring(en) 🙂

  12. Ik wil het even voor Moniek opnemen. Ik was er niet bij, maar uit haar column blijkt overduidelijk dat het haar persoonlijke perceptie is, geen ‘verslag’ van de bijeenkomst.

    Marc schrijft hierboven: “Ik vraag me af waarom je in je column meent alle aanwezigen, toch mensen die (bekend of niet) al een deel van hun geloofsreis achter de rug hebben en de kerk in Nederland langer hebben gediend dan dat jij in Nederland woont, wegzet als cynici die het evangelie verloochenen.”

    Volgens mij zet Moniek de aanwezigen niet weg als cynici. Ze schreef dat ze cynisme aantrof. Ze beschrijft de sfeer van de bijeenkomst, is teleurgesteld over de uitkomst en had gehoopt dat juist die mensen met hun lange geloofsreizen haar hoop voor de toekomst zouden kunnen bieden.

    En geeft het “langer de kerk in Nederland” iemand meer status? Monieks jeugdige enthousiasme mag wel met wat meer enthousiasme ontvangen worden. Haar enthousiasme kan prima bestaan naast het nuance van bijvoorbeeld Paul Abspoel. Het is niet de ene generatie tegen de andere, maar samen. Samen vormen ze de kerk. En ze hebben elkaar nodig.

    Moniek, sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid.

    1. Bedankt voor je reactie. Voor de goede orde: ik kijk niet op Monique neer, hoor. En ik denk dat niemand dat hier doet. Het feit dat haar column zoveel reacties oproept zegt ook wel iets. De middelbare en oudere generatie heeft de radicaliteit en het enthousiasme van jongeren nodig. Maar jongeren hebben af en toe milde tegenspraak en wijze nuance van ouderen nodig. En soms zijn jongeren niet radicaal en ouderen wel en een andere keer zijn ouderen niet wijs en jongeren wel. We lijken wel mensen.

  13. Mee eens: profetie en kunst hebben meer met elkaar te maken dan we misschien denken… Allerlei (soms in onze ogen wat bizarre!) acties van profeten in het OT (maar ik denk dat het tot op zekere hoogte ook van Johannes de Doper gezegd mag worden) hadden aanschouwelijk onderwijs -veelal met schokeffect- tot doel. De vraag is: worden we na zo’n stuk visueel en auditief onderwijs boos op de lesstof? Op de leraar? Of trekken we zelf wijze lessen? Ik hoop het laatste: Heel het Lichaam.

    Overigens is “Heel het Lichaam” – mijn thema voor deze 40-dagentijd – wat mij betreft niet een oproep tot amateuristisch lijmwerk. Het Lichaam van Christus IS een eenheid, alleen moeten wij daar nog meer oog voor krijgen.

    Mij valt bijvoorbeeld op dat deze wat ‘hyperige’ blogpost veel aandacht krijgt, terwijl de inspirerende verhalen van christenen uit Kenia, Colombia en Zuid-Afrika commentloos (niet per se ongelezen) blijven. Zegt dat soms ook iets over ons zenuwstelsel in het Lichaam? Of leert het ons iets over de obsessie die wij hebben met ons eigen lichaamsdeeltje? Ik denk dat wij in Nederland de navel van Christus hebben gekregen. En maar staren…

    Het gaat echt niet om mij, ik krijg aandacht genoeg, het gaat nu om mijn broers en zussen. In dit land en daarbuiten. Wat ik kan doen om gelovigen dichterbij elkaar te brengen – rond het kruis van onze Heer – dat zal ik naar vermogen doen.

  14. @ Monique: Christelijk Nederland groot? Als je 50 mensen op een dags als deze bij elkaar in één ruimte stopt dan heb je alle usual suspects bij elkaar. De lezer had zo de namen kunnen invullen.
    Jammer dat je dit embargo dus niet gerespecteerd heb, al snap ik best dat je dit gevoel van onbehagen van je af hebt willen schrijven. Ik had het beter gevonden als je (via de organisator) ons alle 50 deze column als mail gestuurd had. Dan hadden we, bijvoorbeeld via een min of meer besloten forum a la Ning, daar over door kunnen spreken. Die beslotenheid vond ik een voordeel – je kon juist eens wat dingen zeggen waar je niet meteen (in de krant, of waar dan ook) op afgerekend werd. Alleen zo komt een gesprek verder…

    Ik herken verder wel iets in jouw pleidooi voor helderheid en radicalisme en vindt ook je generatieschets treffend. Alleen: mensen hebben altijd verschillende levensfases. Toen ik 18 was, was ik veel radicaler dan nu ik 26 ben.Ik riep het van de daken: Christi-Anarchy! Met zijn allen Jezus navolgen!
    Ben ik lauw geworden? Misschien, maar mijn geloof is vooral veel doorleefder dan toen. Door alle gesprekken in de Amsterdamse kroegen met rabiate atheïsten, door mijn eerste confrontatie met fenomenen als zelfdoding, vrienden die hun ouders verliezen aan dodelijke ziektes, makkers die een coming-out als homoseksueel meemaken, vrienden in echtscheiding, ontmoetingen met ex-gevangenen hier in de snackbar, etc. wint mijn geloof aan diepgang, maar verliest het die stellige, met bijbelteksten doortimmerde, vanzelfsprekendheid die het ooit had. Het is minder zwart-wit, maar daardoor zéker niet meteen grijs…

    Het zou best kunnen dat ik nu in de jaren van de ontgoocheling zit (‘de wereld is niet zo maakbaar als ik hoopte dat ‘ie was’ / ‘tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren’) en dat hierop weer een seizoen van nieuwe, herwonnen hoop volgt. Als ik naar (generatiegenoten van) mijn ouders kijk, zie ik ook zulke golfbewegingen. Als ik één ding afgeleerd heb, dan is het op uit één levensfase grote generalisaties te maken over alle levensfases. Wat betekent dat ik dat ook niet wil doen met de fase waarin ik nu zit: ik ben God dankbaar voor mensen als jij die geen blad voor de mond nemen en niet bang zijn om politiek incorrecte dingen te roepen!

    @ Algemeen: ook ik ervoer de dag als enigszins teleurstellend, al deel ik Nico-Dirk’s observatie dat er wel degelijk veel in beweging is, in het denken van mensen. Bijv. de shift van kerk- naar koninkrijk-denken, die hij ook al opmerkte.

    Ik denk dat de wat teleurstellende output van deze dag eigenlijk vooral met de opzet te maken had. Ik persoonlijk, bijv. gedij beter bij een écht informele opzet. Nu zaten we toch weer met laptops en notebooks in een cirkel te vergsderen.
    Rondom een haardvuur met een goed glas wijn en een mooie sigaar of in een diner pensant-setting waar het brainstormen gepaard gaat met goed voedsel.

    Ik miste eigenlijk vooral twee dingen op deze dag:

    (a) We kunnen ons wel laven aan (jonge of oude) christenen die lekker radicaal zeggen waar het op staat. Ik merk dat wel vaker, dat oudere christenen in het westen zich voeden met de geestdrift uit andere streken of uit andere generaties. Dat raakt mij óók en daar ben ik helemaal niet zuur over, of anderszins op tegen.
    Maar de wezenlijk vraag blijft: hoeveel twijfel, gezoek, onzekerheid, diversiteit, lastige vragen kan een kerk verdragen? Is daar een plaats voor of moet je als je eens een keer níet zeker weet dat Jezus aan het kruis gestorven is, maar ergens anders aankloppen? Moet je als je een keer helemaal niets kunt met een Opwekkingslied maar een deurtje verder aankloppen? Ik denk dat het belangrijk is dat kerken geen gemakkelijke antwoorden bieden, maar mensen op weg helpen die met pijn, vragen, getob en getwijfel zitten. En overigens óók met successen, verliefdheid, geluk en blijdschap. Een kerk die het volle scala van menselijke emoties serieus neemt, en het héle leven aangaat, ipv. een christelijk leven naast een alledaags leven stelt. Daarom ook, van harte instemming, met E-J’s pleidooi voor een veelzijdige Christus.

    (b) Ik miste creatieve vergezichten – wat kan een kerk méér zijn dan kring, club, kerkdienst op zondag? Denk aan al die activiteiten die buiten NL wél kunnen, maar in NL niet echt van de grond lijken te komen –> All Things Project in New York (Greenwich Village), Motoki Kollektiv in Keulen, Departure in Londen.

    @ Opmerkingen aangaande de performance/het kunstwerk:

    Ik ben met Nico-Dirk in deze. Ik vond het kunst op zijn best:
    op deze manier doorvoelde je iets, wat je met je hoofd nooit begrijpen kunt.

  15. Dat haardvuur met een goed glas wijn… daar voel ik wel wat voor. De sigaar wil ik ook, maar ik steek ‘m als astmapatiënt liever niet aan… En dan mag Nico-Dirk natuurlijk ook komen, maar zijn laptop blijft in de tas.

    Ik organiseer zelf graag – tussen de bedrijven door – informele ontmoetingen. Dito gesprekken, niets hoogdravends. Onlangs zijn we in Antwerpen bijeen geweest als ‘ongeregelde vrienden’ en in mei wil ik van de Scheldestad naar de Spaarnestad: Haarlem.

    Dergelijke ontmoetingen zijn kleinschalig en niet wereldschokkend, maar het is mijn bijdrage aan toenadering en creatieve inspiratie. Je bent welkom. En als er bij het haardvuur nog een fauteuil voor een middelbare man / bloggende huisvader beschikbaar is, dan houd ik me aanbevolen voor die plek.

    Met alle opbouwende kritiek aan het adres van Otto wil ik hier nogmaals mijn waardering uitspreken voor de bijeenkomst. Hij doet het toch maar, na die periode van ernstige ziekte. En zijn motivatie deugt, daar ben ik van overtuigd – en jij vast ook.

    Bedankt voor je comment.

    1. Op het laatste: helemaal eens. Hij kreeg echt een mooie groep mensen bij elkaar en de beste gesprekken/contacten verliepen in de marge van het programma. Ben heel benieuwd naar dat boek!

      Op het eerste: laten we hopen dat het daar nog eens van komt. Vervang haardvuur en sigaar gerust door iets anders 😉

    2. Karels schreef: “Jammer dat je dit embargo dus niet gerespecteerd heb, al snap ik best dat je dit gevoel van onbehagen van je af hebt willen schrijven. Ik had het beter gevonden als je (via de organisator) ons alle 50 deze column als mail gestuurd had. Dan hadden we, bijvoorbeeld via een min of meer besloten forum a la Ning, daar over door kunnen spreken.”

      Ik wil nogmaals benadrukken dat de column van Monique op mij als buitenstaander helemaal niet overkwam als schending van een embargo. Ze heeft niemand genoemd, niemand bij naam geciteerd, etc.

      Ik heb de column meer als ‘spin-off’ gelezen, ‘naar aanleiding van’, et cetera. En dat lijkt mij prima. Het symposium was besloten/onder embargo; dat betekent toch niet er ontkend moet worden dat het ooit heeft plaatsgevonden en wat het karakter ervan was?

      De reacties hier op dit blog van de bij het symposium aanwezigen onthullen véél meer van het wat gebeurd en gezegd is dan Monique in haar column ooit heeft geschreven….

      Tot slot: Monique staat voor een nieuwe generatie. Een generatie die ook veel plenairder communiceert, via diverse (social) media. De manier van communiceren van generatie Y is veel openener, ‘samen’ en ‘open source’. Ze deed dus eigenlijk alleen wat bij haar (generatie) past.

      1. Gerben, je hebt gelijk: het embargo doorbreken is natuurlijk geen doodzonde. Maar helemaal in lijn met hetgeen beleefd van ons als deelnemers (gasten!) gevraagd werd is het nou ook weer niet. Ik heb Otto vooraf op de hoogte gesteld – dus voordat ik mijn repliek hier plaatste. Hij reageerde ook niet vervelend op Monique of op haar column – hij schreef zelfs dat zij waarschijnlijk ‘geïnspireerd’ was.

        Openheid en transparantie – wie kan er tegen zijn? Maar soms is het ook goed om beslotenheid te respecteren, meer mensen hebben dat hier al naar voren gebracht. Zelf vind ik het ook wat naïef van Monique (en van jou) om te denken dat mensen uit deze column niet zouden kunnen opmaken om wie het hier ging. Toegegeven, voor veel krantenlezers is het niet direct duidelijk, maar als je een beetje ingevoerd bent… Voor mij ook reden om niet de landelijke pers te zoeken met een ingezonden stuk, maar om in de ‘redelijke beslotenheid’ van mijn blog wat door te praten. Mensen kunnen hier direct comments plaatsen en inderdaad – de sociale media werken wat dit betreft prima. Zelfregulerend, zou ik haast zeggen.

        Hier zit een bijna 50-er die al jaren werkt met sociale media. Het is zeker geen postmodern speeltje van twintigers – ik ben actiever op internet dan Monique die heel erg druk met haar paper in de weer is. Het is ook een stereotype te denken dat jongeren snel en digitaal zijn, terwijl middelbaren en ouderen nog met perkamenten rollen in de weer zijn – bij wijze van spreken. 😉 (De oude man slaat terug!)

  16. Dat is voor jouw rekening. Jezus leeft. Er zijn twee planken in stukken gezaagd. En de discussie hier gaat om veel meer dan dat onbeduidende embargo.

  17. We wachten nu vol spanning op jouw zelfkritiek. 😉
    Je werpt veel vragen op en het lijkt of je zelf buiten deze discussie staat. Zijn de mensen hier niet bereid om kritisch naar zichzelf te kijken – is dat wat je zeggen wilt?

  18. Er was eens een kunstenaar die een mooi Jezus beeld van hout had gemaakt. Op een winterse dag in februari neemt hij een cirkelzaag en zaagt dit Jezus beeld in vijftig kleine stukjes uit een. Deze stukjes deelt hij uit aan een groep aanwezige mensen. De kunstenaar zegt hier niets bij en legt het ook niet uit.

    Wat betekende nu dat kapot gezaagde beeld? Wat heeft de kunstenaar hiermee bedoeld? We weten het niet. Hij zwijgt…
    Dus gaan we interpreteren.

    ‘Vermeer’ (wel/niet aanwezig op de dag – is voor mij onduidelijk) ziet hier een profetisch beeld in van Christus die door zijn volgelingen om zeep geholpen wordt in de verdeeldheid van het lichaam. Mooi beeld, mooie interpretatie… Maar heeft de kunstenaar dit bedoeld of is juist het mooie van kunst dat we er onze eigen betekenis in kunnen leggen?

    Je zou ook naar de kapot gezaagde beeld kunnen kijken als bemoediging. Misschien wilde de kunstenaar wel zeggen: “We gaan als kerk de toekomst in, maar dat doen we niet alleen. Jezus gaan voorop. Jezus gaat mee. Om jullie hieraan te herinneren, krijgen jullie van mij een deel van het Jezus beeld. Zodat je altijd weet, dat Jezus met je mee gaat” Ook een mooi beeld, mooie interpretatie.

    Maar was dat het? Misschien wilde de kunstenaar met ons op een hele nieuwe wijze avondmaal vieren en kregen we in plaats van brood en wijn als teken van Zijn lichaam een stuk hout. “Dit is Mijn lichaam gebroken voor jou”

    We weten het niet! Wees blij met je eigen interpretatie en trek hier je eigen les, bemoediging, correctie of uitdaging uit.

  19. @Vermeer
    Wat ben jij scherp, zeg! Als ik niet wist dat je het serieus bedoelde, had ik erom moeten lachen. Ik merk dat ik het moeilijker vind om serieus met je mee te gaan in dit beeld en de profetie die jij hierin ziet, vanwege je scherpe reacties op deze blog. Ik denk dat je er bewust voor kiest om scherp te zijn. Ik weet niet waarom je dit doet. Misschien zie je jezelf als profeet en denk je dat profeten scherpe mensen waren. Misschien heb je er gewoon plezier in. Wat het ook is, wees bewust van wat het oproept bij anderen.

    Ik ben heel benieuwd. Was jij aanwezig op deze dag? Of krijg je het verhaal van doorzagen van het Jezus beeld mee via deze blog? Ben jij de kunstenaar die het beeld heeft gemaakt en in stukken gezaagd?

    Jij zegt dat dit beeld maar op 1 manier opgevat kan worden. Ik denk dat het niet zo is! Op de dag zelf raakte mij het beeld van het Avondmaal en de aanwezigheid van Jezus in het gebrokene van het leven. Jouw beeld zag ik er helemaal niet in. Ik wil best bij jouw interpretatie stil staan en ga er rustig over nadenken.

  20. Hoezo is het lichaam van Christus verdeeld? Ja, als je naar de verschillende kerken kijkt, de buitenkant dus, krijg je dat beeld. Maar wie zelf tot Zijn lichaam behoort, is dus juist NIET in stukken gezaagd en wordt op z’n minst geraakt door ervaringen van verbondenheid.
    Waarom ik dit allemaal niet bijster interessant vindt is omdat er veel wordt veronderstelt, maar geen oplossingen aangereikt. Het lijkt de Nederlandse politiek wel.

Zeg iets terug op Vrijspraak